Gastdocent Paul Devilee

Gastdocent Paul Devilee is medeoprichter en mede-eigenaar van Acteursbureau Kapok. Wat 25 jaar geleden begon als ‘een centje bijverdienen met trainingsacteren’, ging zijn leven bepalen.

Hoe kon het zo uit de hand lopen, Paul? Je was toch acteur en theatermaker?

We begonnen met een groepje jonge acteurs met theatermaken. Het theater was onze ambitie, maar het was knokken om aan de top te komen. Een vriendin van me werkte bij de politie. Of we wilden acteren in een communicatietraining?
Trainingsacteur? Nog nooit van gehoord, maar natuurlijk gingen we op de vraag in. Enfin zo is het begonnen. En het groeide en groeide.

Op een gegeven moment viel het niet meer te combineren met theatermaken. We kozen voor het trainingsacteren. Heel eerlijk gezegd: we waren succesvoller als trainingsacteursbureau dan als theatermakers.

Kapok is al 25 jaar succesvol. Wat is jullie geheim?

Misschien is dat wel dat we geen geheimen hebben. We delen onze kennis vrijelijk, we zoeken samenwerking op met collega-acteursbureaus en we nodigen anderen uit om hun producten via Kapok aan te bieden. Je kunt ons eigenlijk wel als netwerkorganisatie zien. We hebben een sterke kern van acteurs, die al jaren met ons werken. We zijn een ‘cluppie’. En dat betekent dat we samen ontzettend veel lol hebben. Als nieuwe acteurs auditie doen bij Kapok moeten zij natuurlijk goed zijn, maar ook een fijn mens.

Kapok investeert daarnaast structureel in de acteurs met de Kapok Academy: 10 tot 12 dagen per jaar zijn er workshops en opleidingen waar acteurs van Kapok op in kunnen schrijven. We willen echt de beste acteurs kunnen bieden aan onze klanten en dan moet je ook blijven investeren in hun professionele ontwikkeling. Gelukkig zijn ze allemaal ontzettend leergierig en gedreven door kwaliteit en ontwikkeling van het vak.

Wat we ook belangrijk vinden, is dat je als acteur een positieve band hebt met de trainer. De trainer is immers je partner. Samen maak je er een zinvol leerproces van. Die samenwerking moet je dus koesteren.

Heeft de crisis het vak niet hard geraakt?

Ja en nee. Ik zie dat er een tweedeling is ontstaan: acteurs die voor hele lage prijzen zijn gaan werken en bijvoorbeeld geen hypotheek kunnen krijgen of als zij ziek worden in de problemen komen. En ik zie een groep die zich heeft gespecialiseerd in bepaalde thema’s en eigen diensten heeft ontwikkeld. Zij staan economisch sterker.

Het vak zelf is niet meer weg te denken en bedrijfstheater evenmin. Geen crisis zal daar meer iets aan veranderen. Het heeft zich bewezen en zal van toegevoegde waarde blijven.

Als acteur moet je, zoals iedere ZZP’er, je wel blijven ontwikkelen, ook inhoudelijk. Vroeger werd de inhoud niet belangrijk gevonden, je was vooral ‘gedragsleverancier’, maar die tijd ligt ver achter ons. Nu wordt ons gevraagd om inhoudelijke kennis van bepaalde terreinen. Dus mijn advies is altijd: ga netwerken, word lid van de NVvT en denk na over wat jouw verhaal is; specialiseer je. Investeer in je eigen ontwikkeling en je ondernemerschap.

 

Bij WWLA is het hebben van een theaterachtergrond geen strikte toelatingseis. Wat vind jij daarvan?

Ik vind dat een prima keuze van Loes en André. Ik zie zoveel goede trainingsacteurs die overal vandaan komen. Ze hebben talent. Ze hebben levenservaring. En ze zijn desalniettemin bereid om weer ‘de leerling’ te zijn.
Hun talent en levenservaring zijn de gouden combinatie. Je moet als trainingsacteur namelijk echt iemand zijn, niet alleen een personage spelen. Ook omdat je samen met de trainer een leerproces van mensen begeleidt. Dat vraagt allemaal om zelfkennis en mensenkennis.

Wat krijg jij mee van de ontwikkeling die mensen tijdens de WWLA opleiding doormaken?

Ik ben dan wel slechts ‘gast’, maar ik zie de deelnemers op twee verschillende momenten: eerst tijdens mijn workshop over interactieve feedback en dan weer bij het eindassessment. De ontwikkeling die mensen dan hebben doorgemaakt is fantastisch om te zien.

In het eindassessment staat een vraag centraal: ben je er klaar voor? Met andere woorden: zou ik je meenemen voor een opdracht? Voor verreweg de meesten is het antwoord ‘ja’. Een enkeling krijgt ‘nee’. Dat grijpt ook mij aan. Maar: het is en blijft een momentopname. Sommige van hen vinden daarom evengoed hun weg. En ook dat zegt wel iets over de opleiding, vind ik.

Wat zegt dat over WWLA volgens jou?

Dat Loes en André er altijd weer in slagen een veilige omgeving te creëren, waarin mensen kunnen groeien. Het is niet vrijblijvend, de feedback is direct. Maar altijd constructief en respectvol. Niemand verlaat de opleiding zonder te zijn gegroeid als trainingsacteur en als mens.