Loes blikt terug

Juni 2025 stopt WWLA

Waarom zijn jullie de WWLA opleiding begonnen?

André en ik werkten allebei in het vak als trainingsacteur. Destijds bestond er nog geen specifieke opleiding voor ons vak, maar het was wel een groeiende sector.

Tijdens onze trainingen kwamen we regelmatig mensen tegen die al eerder met een acteur hadden gewerkt en hun ervaring was niet altijd positief. Mensen voelden zich bijvoorbeeld klemgezet door de acteur (‘wat ik ook doe, het maakt niets uit, de acteur blijft boos’). Er waren ook trainers die niet blij werden van acteurs die in het voorstelrondje uitgebreid hun cv deelden met elke rol en bijrol of een hele show bouwden van hun ‘optreden’ met brillen en snorren en kostuums. De acteurs lieten zich verleiden om te veel met zichzelf en de rol bezig te zijn, terwijl in het vak van trainingsacteur het ’t mooist is als iedereen vergeet dat je acteur bent en je bij elke rol gaat zien als ‘echte’ collega, klant, leidinggevende etc.

Wat we ook graag wilden is dat de mensen die gingen werken als trainingsacteur het werk zouden ervaren als een rijk en volwaardig vak en niet alleen als bijbaantje om geld te verdienen. Trainingsdeelnemers verdienden beter, vonden we.

We gaven al wat lessen aan mensen die zich aanmeldden voor het acteursbureau waar we allebei werkten, en door onze eigen ervaringen in het werk dachten we: er valt zoveel te leren over het werk van een trainingsacteur, laten we een goede opleiding bouwen, met genoeg tijd voor alle belangrijke elementen: geloofwaardig en doelgericht spel, constructieve feedback, corporate knowledge, en de vaardigheden om goed samen te werken met trainers en de theoretische modellen die zij gebruiken.

Tot een paar jaar terug had ik nog nooit van het bestaan van trainingsacteurs gehoord. Wat is het en hoe lang bestaat het?

Trainingsacteren is in de praktijk ontstaan. Het verhaal wil dat het ontstond op politiescholen, inmiddels alweer zo’n 40 jaar geleden.

Toen ik zelf op de toneelschool in Arnhem zat, gingen we naar de politieschool in Lochem. Het woord trainingsacteren kende ik toen nog niet. We speelden daar allerlei situaties, van de telefonische melding tot en met de afronding van de interventie door agenten in opleiding. Ik merkte toen al: hoe realistischer we spelen, hoe meer we er allemaal van leerden. Alles werd opgenomen met camera’s, teruggekeken en nabesproken.

De agenten in opleiding konden door reële beleving in de fictieve situatie zich voorbereiden op de praktijk. Het was fijn en waardevol dat ze op die manier konden ervaren hoe ze reageerden in de veilige omgeving van de opleiding en niet direct ‘op straat’. 

 

Een specifieke situatie blijft me altijd bij. Samen met een medestudent van de toneelschool speelde ik een echtpaar dat te maken had met huiselijk geweld en verkrachting binnen het huwelijk. Toen de politie-in-opleiding aanbelde bij ons fictieve huis (waar onder andere een compleet nagebouwd woonhuis, kroeg en politiebureau stond), zorgden ze ervoor dat ze ons beiden apart konden spreken. Terwijl de ene agent mijn ‘man’ rustig hield, zat de andere agent apart met mij op de slaapkamer, waar ze zo’n goed contact met me maakte dat ik mijn verhaal vertelde.

Het meest indrukwekkende moment kwam echter toen we stopten met spelen en de camera’s uitgingen. Ik legde mijn rol af en stopte met huilen, maar op datzelfde moment begon de agent te huilen. Ze was zo meegesleept in het verhaal dat het haar persoonlijk raakte. Het werd me duidelijk hoeveel er eigenlijk komt kijken bij het vak van agent. Net zoals wij als acteurs een manier moeten vinden om de rol van de persoon te scheiden, moeten zij dat ook doen als agenten, terwijl ze tegelijkertijd hun denkvermogen, oordeelsvermogen en empathie moeten behouden.

Dus dat is het: als trainingsacteur ben je de sparringpartner van de deelnemers in trainingen. Ze willen graag werk- of gesprekssituaties uitproberen om te ervaren wat ze doen, waarom ze het doen en wat er gebeurt als ze het anders aanpakken. Als trainingsacteur probeer je je zo goed mogelijk in te leven in de rol die je moet spelen en zet je deze zo realistisch mogelijk neer. Tijdens het spel reageer je op wat de deelnemer doet, zodat ze direct kunnen ervaren wat er gebeurt als ze het op een bepaalde manier aanpakken en wat de alternatieven zijn.

Sommigen zullen zeggen dat het allemaal niet echt is, maar wat je meemaakt in die fictieve situaties voelt wel echt aan. En dat is zo waardevol dat het tegenwoordig gebruikelijk is geworden om in trainingen met een acteur te werken, vooral wanneer het erom gaat om theoretische kennis om te zetten in praktisch gedrag en de effectiviteit hiervan te ervaren.

WWLA gaat stoppen. Wat hoop je na te laten?

Als we stoppen hebben we 18 jaar lang mensen opgeleid en onze visie uitgedragen. Ik hoop dat we op die manier hebben bijgedragen aan een groter bewustzijn dat trainingsacteren echt een vak apart is. Een vak dat je niet in 6 dagen leert of in een weekend. Er is zoveel aan en om het vak heen dat je kunt leren voor je het werk goed kan uitvoeren. Het vak is het echt waard dat je daarin investeert.

We hebben een boek geschreven: ‘Trainingsacteren, een vak om van te leren’. Een basisboek of handboek zou je kunnen zeggen, dat regelmatig wordt besteld, ook door mensen die onze opleiding niet volgen.

We hebben nagedacht over competenties. Er valt best iets af te dingen op het fenomeen competenties, toch geven ze houvast en richting, zeker als je nog niet weet waar je aan begint.

En we hebben het werkveld van trainingsacteurs beschreven, de WWLA Standaard. Daaraan kun je zien dat het vak groeit en zich ontwikkelt. Je kunt nu zowel acteurs tegenkomen die samenwerken met trainers, als acteurs die binnen een training zelfstandig met een groepje werken, die een deel van de training geven of die zelfstandig volledige trainingen faciliteren en daarbij het ervarend leren (hun trainingsacteurschap) afwisselen met het delen van theorie en modellen. We hebben bij deze rollen beschreven wat je dan kunt verwachten aan kennis, kunde en ervaring.

Ook met deze tool hopen we een bijdrage te hebben geleverd aan het beeld van de mogelijkheden van een acteur in ontwikkel- en veranderprocessen.

 

Er zijn veel workshops en kortere opleidingen voor trainingsacteur. WWLA heeft gekozen voor 20 dagen

 

We hebben daarvoor gekozen niet alleen omdat het 20 dagen zijn maar dat deelnemers de lesdagen volgen over een periode van een schooljaar. Eens per 14 dagen is er een lesdag, maar daartussen gebeurt ook veel en die tussentijd is belangrijk.

Je bent je eigen instrument. Je leert hoe je je emoties aanstuurt, hoe je een rol aanneemt en weer aflegt en hoe je terwijl je speelt gericht kan blijven op wat de ander wil leren en er daarna ook op korte, bondige manier iets waardevols over kunt delen. Dat heeft gewoon tijd nodig. Als je door zo’n jaar heen jezelf aan het trainen bent en het niet beperkt tot alleen de contactmomenten van de lesdagen, door bezig te zijn met de voorbereidende opdrachten, als groep elkaar uit te dagen en ondersteunen, onderling te oefenen, in te stappen op de stagemogelijkheden die we bieden, dan ga je met het gevoel de deur uit: nu kan ik het wel alleen. En dat is het allerbelangrijkste om te bereiken, wat mij betreft.

Wat we tegenkomen is dat zich elk jaar nog mensen hebben aangemeld die al een opleiding hebben gedaan van een aantal dagen en zeggen ‘ik voel me er nog niet zo zeker over, ik wil meer in mijn rugzak hebben’. Dat snap ik heel goed. Met meer stevigheid en zelfstandigheid wordt het ook makkelijker om trainingsacteeropdrachten te krijgen.

Wat ga je het meest missen?

Het bijzondere gevoel met zo’n groep op te trekken een heel jaar lang. Als je de mensen de eerste dag op de opleiding ziet, weet je dat je aan het eind van het jaar heel anders tegen ze aankijkt. De reis die je met elkaar aflegt. Dat is heel leuk en mooi om te volgen.

 

We respecteren van iedereen hoeveel connectie die wil onderhouden. Sommigen komen dichtbij in je netwerk, die kom je tegen bij opdrachten. Er zijn er die heel actief ondernemen en waar je van ziet wat ze doen, bijvoorbeeld op LinkedIn, dat is heel leuk om te volgen. Anderen staan wat verderaf, bijvoorbeeld mensen die het trainingsacteren beperken tot de eigen organisatie waarbinnen ze werken, daar zie je dan minder van.

WWLA is wel een gemeenschap geworden. Ook mensen die niet met elkaar in hetzelfde jaar hebben gezeten, weten elkaar te vinden en voelen verbinding doordat ze van elkaar begrijpen wat voor jaar ze hebben meegemaakt.

Die gemeenschap blijft wel bestaan. Dat er elke jaar mensen aan worden toegevoegd, ga ik wel missen.

Waarom stoppen jullie?

Als we stoppen hebben we 18 jaar de opleiding gegeven. Dat is een mooie leeftijd om op eigen benen te staan (lacht). Maar serieus: het is intensief. Dat is fantastisch en het vraagt ook veel. De opleiding staat nooit stil. Voor en na elke les hebben André en ik uitgebreid contact. We maken een verslag: wat is er gebeurd, waar staat iedereen, welke volgende stap is er nodig. En dat is voor iedere afzonderlijke deelnemer weer wat anders.

We trekken geen lessen van de plank, we hebben qua onderwerpen en onderdelen dezelfde ingrediënten maar snijden ze elk jaar weer toe op de groep en hoe die reageert op wat we doen.

Los van die hele cyclus van een schooljaar lesgeven, ben je het hele jaar door aan het werven voor het jaar erna: direct na de eerste lesdag staan alweer workshops ingepland om te werven voor september een jaar later. Het houdt dus nooit op.

De workshops moeten daarbij onder de aandacht worden gebracht, dus dat vraagt activiteit van ons bijvoorbeeld op social media en andere platforms. En dan niet alleen een reclameboodschap, maar ook kennis en ervaring delen, inzicht geven in wat we doen en wat het vak is.

Tijdens de workshops hebben we een intensieve kennismaking met de deelnemers, we laten ze veel ervaren en kunnen zelf ook ervaren wat zij met zich meebrengen en hoe de samenwerking gaat. Je krijgt veel feedback gedurende de opleiding, niet iedereen laat graag ‘aan zich zitten’, maar als dat een heel jaar in de weg blijft zitten is het zonde van de tijd en investering.

 

Dus ja, al met al is het zo intensief dat we op een avond klaar zaten voor een workshop en bedachten dat het goed is om te stoppen op het moment dat je er nog met volle energie in zit en niet op een moment dat dat gaat afnemen.

En toen hebben we een einddatum bepaald: juni 2025.